Sint-Leonarduskerk
Laar, 2630 Aartselaar
Laar, 2630 Aartselaar
dinsdag 29 april 2025
20:15 uur
U kan ook tickets kopen aan de kassa of door storting op de rekening BE51 3200 2084 4562 van Orfeoproducties te Edegem.
Klarinettist Roeland Hendrikx speelde als solist ondermeer met The London Philharmonic Orchestra,
het Nationaal Orkest van België, de Rheinische Philharmonie, Brussels Philharmonic, I Fiamminghi, de
Beethoven Academie, The Georgia Philharmonic en het Symfonisch Orkest van Litouwen. Hij doceert
aan het conservatorium van Maastricht en aan de LUCA School of Arts in Leuven. Hij was jarenlang
klarinet-solo in het Nationaal Orkest van België. In 2017 koos hij echter resoluut voor een solocarrière.
Daarnaast is hij een gepassioneerd pleitbezorger van kamermuziek; Hendrikx werkte samen met
gerenommeerde collega’s als Severin Von Eckardstein, Liebrecht Vanbeckevoort, Jan Michiels, het
Panocha Kwartet, Tempera Kwartet, Doric Kwartet, Danel Kwartet, Silesian String Quartet en het
Berliner Philharmoniker Streichquintett.
In 2015 richtte hij zijn eigen Roeland Hendrikx Ensemble op, dat zich in essentie toespitst op het rijke
repertoire voor klarinet, piano en strijkers. Hoewel hij zijn naam gaf aan het ensemble, en er de
drijvende kracht en inspirator van is, werkt Roeland uitsluitend met gelijken en gelijkgezinden. Die
koos hij in functie van hun technische en expressieve vakmanschap, maar vooral ook voor de
eigenheid die ze inbrengen in de chemie van het ensemble. Omdat het Roeland Hendrikx Ensemble
een vast collectief is dat trouw blijft aan een klein aantal musici, kan het– veel meer dan occasionele
formaties – als laboratorium fungeren waarin diverse geesten en stijlen samen naar één
overdonderend smeltpunt toewerken.
SOUVENIRS DE VOYAGE
|ontdekkingstocht naar Mannheim, Budapest en Krakau
Goethe zei ooit dat het strijkkwartet hem van alle instrumentale muziek het liefst was: “men hoort vier
intelligente mensen die zich met elkaar onderhouden, en gelooft iets van hun conversatie te begrijpen”.
Goethe had het weliswaar over het strijkkwartet, maar van het klarinetkwartet vindt u na dit concert
precies hetzelfde. Alleen: daar moeten we voor op reis.
We beginnen met werk van Mozart. Vandaag “lenen” we een ouder kwartet dat Wolfgang eigenlijk
voor amateurfluitist Ferdinand de Jean geschreven had, die hij had leren kennen in de entourage van
het Mannheim Orkest. Voor deze diefstal hoeven we ons niet hard te schamen, want Mozart verklaarde
na het uitblijven van betaling dat hij “moest ophouden te schrijven voor instrumenten die hij eigenlijk
niet kon luchten”.
Mozart gaf zijn talent voor kwartetcompositie door aan zijn leerling Johann Nepomuk Hummel (1778-
1837), die Haydn opvolgde als kapelmeester bij de Esterházy’s in Eisenstadt, op de grens van Oostenrijk
en Hongarije. Hummel bedacht Mozart in 1808 met een prachtig, uiterst eigenzinnig Klarinetkwartet.
Van Hummel wordt wel eens gezegd dat hij het subjectieve, het passionele, en het excessieve van de
Romantiek zo’n 20 jaar voordat die term in zwang kwam in de eigen muziek toepaste. Het dramatische
en verrassende Klarinetkwartet is duidelijk een brugwerk tussen Classicisme en Romantiek, en het
eerste deel bevat hoorbaar de sporen van de nu eens warme, dan weer kille relatie die Hummel met
Beethoven onderhield: Hummel citeert hoorbaar Beethovens Eroïca, maar het is niet duidelijk of dat uit
respect, dan wel met een parodiërend oogmerk gebeurde…
Met Penderecki betreden we de 20ste eeuw, in Krakau. Zijn klarinetkwartet uit 1993 wordt terecht als
een hoogtepunt in de kamermuziek (van Penderecki) beschouwd. Hoewel het gehele werk nostalgie en
Weltschmerz uitademt, bereiden de drie eerste bewegingen eigenlijk alleen maar voor op de imposante
klaagzang in Abschied. Dat slotdeel is een meditatie op het Adagio uit Schuberts Strijkkwintet, maar
ook een verbijsterende muzikale voorafspiegeling van het hiernamaals: het eindigt in een lange, lage
pedaaltoon op de cello, die als fundament dient voor een ijle, etherische vioolmelodie in het hoogste
register
Met Hongaar Rezső Kókai (1906-1962) belanden we in Budapest. Kókai was (film)componist, professor
musicologie, en muziekdirecteur van de Hongaarse nationale radio. Zijn Quartettino (1952) voor
klarinet, viool, altviool en cello is een juweel van neoklassieke innigheid: qua vorm smaakt het naar
Stamitz, Mozart en Hummel, maar qua sfeer ademt het in elke frase Slavische rapsodische weemoed
uit.
Wolfgang Amadeus Mozart | Fluitkwartet KV 285 (arr)
Allegro
Adagio
Rondo
Johann Nepomuk Hummel | Klarinetkwartet S.78
Allegro moderato
La Seccatura. Allegro molto
Andante
Rondo. Allegretto
Ottorino Respighi
Aria Italiana Aria di Corte
pauze
Krzysztof Penderecki | Klarinetkwartet (1993)
Notturno. Adagio
Scherzo. Vivacissimo
Serenade. Tempo di Valse
Abschied. Larghetto
Resző Kókai | Quartettino (1952)
Sonatina
Scherzino
Canzonetta
Finaletto
Musici
Roeland Hendrikx |klarinet
Nicolas Dupont |viool
Sander Geerts |altviool
Johannes Burghoff |cello